Posts tonen met het label Menno Wigman. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Menno Wigman. Alle posts tonen

woensdag 12 maart 2008

Kaufhaus des Westens


Kaufhaus des Westens. Kopen op recept.
Lento, lento langs vitrines schuiven
en betoverd bij een vulpen blijven staan.
Lipstick. Horloges. Lingerie. Kasjmier.
Als ergens ooit genezen wordt, dan hier.

Hier is het warm en druk, hier kun je dromen,
hier kun je kosteloos bij balustrades komen
waar Europa zich ontvouwt: een massagraf
dat blaakt van hoop en voor het donker
rouge, speelgoed en horloges koopt.

Gedicht: Menno Wigman, 'Kaufhaus des Westens'. Dichtbundel 'Zwart als kaviaar'.

woensdag 6 februari 2008

Burger King


Was er een tijd dat ik hier boven stond,
mijn mond vol Proust en Bloem, mij hoor je niet,
niet meer. Wat heeft het nog voor zin om in
een taal te denken die geen tanden heeft?
Ik sta alleen. Mijn woorden zijn naar god.

Dus slof ik door de leeszaal van de straat
en blader maar wat door de Burger King,
gewoon, omdat ik leef, omdat ik hopeloos
eenvoudig eet en straks vanzelf vertrek.
- Als deze wanhoop ons Walhalla is,

als hier het ware leven staat te lezen,
mij best, ik zag genoeg. In dit verhaal
betaal je met jezelf, niet eens bedroefd,
eerder verbaasd dat alles wat zo laag
en lelijk is zo sterk en stevig staat.

Gedicht: Menno Wigman, "Burger King", uit dichtbundel "Zwart als kaviaar"

dinsdag 25 december 2007

Laatste dagen van december


We verdoen de dagen in een waas
van strijkers en weemoedigheid.
Dit is de tijd van valse wensen
en bewogen brieven, de laatste
van het jaar. Hoe dan de broze
maanden bovendrijven, hoe de dagen,
voor het eerst weer, tellen.

Dus bellen oude minnaressen,
wensen ons alvast het beste
en beginnen over onbezonnen lentes
en het schrikbeeld van een berg
van zevenduizend monter opgerookte
sigaretten -weer een jaar in as.

December: inkeer en ontreddering,
een schacht van angst die niet bezworen
wordt door drank of naasten. Waar is toch
het vuurwerk dat het tellen temt,
de stem die zegt dat het jaar
alsnog een noodzaak kent?

Menno Wigman, "Laatste dagen van december"
Foto: Rosa

woensdag 21 november 2007

Het licht is als het licht


Het licht is als het licht

En op een dag verlies je je gezicht,
vult elke spiegel zich met vormloos ik.
Een traanzak zie je, hangvlees, haarverlies,
maar geen gezicht. -Je weet: er valt op straat
niet veel te vragen, ja, de tijd, de weg,

maar niemand die je ooit het licht uitlegt.
Hoe kwam je in die huid terecht? En is
het waar dat ieder na zijn veertigste
voor zijn gezicht vertantwoordelijk is?

Vragen. Koudwatervrees. Straks ga ook jij
de weg van alle vlees. En wat dan nog?
Terwijl ik dit gedicht herschrijf beschijnt

de zon mijn hand. Het licht is als het licht.
Er woont een heerser achter mijn gezicht.

Gedicht: Menno Wigman, "Het licht is als het licht"
Foto: Rosa

woensdag 3 oktober 2007

Spleen


Spleen
Oktober is het Irkoetsk van het jaar.
De regen, droever dan een roebel, praat
hoogmoedig op je in. Het heeft geen zin

om tussen kamerwanden te verwijven,
geen zin om driftig naar de kust te rijden.
Het regent twijfels en gedachtestrepen.

Een uur. Een dag. Een week. En op het eind
zit je niet eens meer aan het eind te denken.
Konden we maar de oerknal achterna,

bewusteloos een barre steenklomp in,
warmbloedig, vreugdevuur van winkelstraten,
kassa's, disco's, kathedralen, alles samen,

ver voor het Irkoetsk van mijn kamer.

(gedicht "Spleen", van Menno Wigman uit "Dit is mijn dag")

Irkoetsk is een stad in Siberië en maakt deel uit van de Russische Federatie. Opgericht in 1652 door Ivan Pakjobov als een fort om Siberië te koloniseren. Lange tijd werden Russische keizers en communisten als politieke gevangenen verbannen naar Irkoetsk.
In de late 19e eeuw werd er goud ontdekt in het nabij gelegen Lena Bassin. Veel gelukzoekers trokken naar de regio. Sommige vonden hier hun geluk en bouwden prachtige klassieke huizen en openbare gebouwen, die nu nog bestaan. De stad ligt ongeveer 30 km ten westen van het Baikalmeer. Irkoetsk ademt nog steeds de geest van de 19e eeuw.
Op 16 augustus 1898 werd de stad aangesloten op de Transsiberische Spoorweg. Toendertijd was de stad levensgevaarlijk en ruw. Weinig politie, modderige wegen en veel criminelen. Het aantal moorden in Irkoetsk lag op meer dan 400 per jaar op een bevolking van 50000.

foto Irkoetsk en info: www.transib.nl