donderdag 28 februari 2008

Berlin is my Paris


"I came to Berlin, the way people used to go to Paris. I came to measure myself against the world. It was a closed circle, uit of which I broke. A circle that exploded history. And I was a part of this history. I came to Berlin after the fall of the wall. Everithing had changed during this period. Not just. All the world was anxious. Not all the world, but the whole world. It wasn't obvious to everyone. One had to be able to comprehend it first (..)

Berlin was not al Berlin. I injure myzelf on the window panes and mirrors in the West. From the cleanliness, they stood dangerously like invisible it was my fault. I did'nt dare to leave any crumbs behind in a world without crumbs. And for the act that there where, any crumbs at all. I held myself responsible (...)

It's no easy challenge to be in Berlin. Berlin is a metaphor. An expression for the emerging present. For the future history. I live on Leipziger Strasse, in a high rise above the Springerhaus Publishing House. And with a view of the synagogue. With a view of the cranes that a cloud the neighborhood like a forest. The dust from Postdamer Platsz rises too high for me. Day and night a piece of Berlin changes before my eyes. And I change with it. It's not an easy challenge to be in Berlin. And no one can deprive themselves of it. One doesn't live without a purpose. And one doesn't remain untouched here. I write my books at Checkpoint Charlie. In Café Adler. I sit on a table, buses full of tourists drive through the city and stop in front of the Adler. These people don't have the challenge of living in Berlin. They come every now and then to see if Berlin has allready become Berlin (...)

I'm a part of Berlin. I'm still not yet. I measure myself against myself and the world. I leave traces behind. There also a part of Berlin. From the Berlin that is supposed to become Berlin. Berlin is not yet Berlin. It's an incomplete place that cannot do without me. Berlin is my Paris".

Tekst: Carmen Francesca Banciu: "Berlin ist mein Paris". "Berlin is my Paris"
Ullstein Publishing House, Berlin 2002
Foto: Rosa

vrijdag 22 februari 2008

Volgende halte: Berlin


"Wenn jemand eine reise tut/so kann er was erzälen"
"Wie verre reizen doet, kan veel verhalen"

Volgende halte: Berlin!

Citaat: Matthias Claudius



donderdag 21 februari 2008

De maan heeft geen woorden nodig


Ik kijk liever naar de maan
dan naar de mens.
De mens,
ik word er zó moe van.
Dat roepende, smekende,
lachende, verlangende,
niet wetende,
willen wetende,
ik hou van jou zeggende,
of denkende,
op schoenen
of op eelt lopende,
van de een naar een ander rennende,
met sieraden en muziek beklede mens.
Ik kijk liever naar de maan
die altijd hetzelfde is:
onverschillig,
trouw.

De maan heeft geen woorden nodig
om te zeggen:
ik ben er
en morgennacht ben ik er weer.

Misschien zit er een wolk voor,
misschien zie je me niet omdat je binnen bent,
omdat je binnen naar je dwaze liedjes ligt te luisteren
of omdat er tranen voor je ogen zitten,
tranen omdat je denkt dat je alleen bent,
maar je bent niet alleen,
want ik ben er,
en gisteren was ik er ook
en morgen ben ik er weer.

Gedicht: "Vrouw Holle",Tjistke Jansen
Dichtbundel: "Het moest maar eens gaan sneeuwen"
Foto: Rosa

maandag 18 februari 2008

Wat echt belangrijk is


Een moment van reflectie. Als ik weer thuis ben, terug van een crematie, besef ik weer hoe kort het leven is. Maandag is altijd een drukke dag na het weekend, maar ik neem de tijd om in stilte mijn gevoelens een plekje te geven. Eerst muziek opzetten die bij mijn stemming past: Chet Baker. Prachtige muziek, eigenlijk beter geschikt voor een bewolkte, grijze dag. Maar op dit moment is het precies de goede keuze. "Round midnight" is mijn favoriete nummer, ik zet hem altijd knalhard op. Chet Baker past ook goed bij een glaasje cava, een beetje decadent. Of bij een romantisch etentje: zacht licht, kaarsjes aan. Nu is het een beetje vroeg voor cava, een geurige capuccino smaakt ook prima.

De zon schijnt, maar ik ben een beetje afwezig, ik moet al die indrukken even verwerken. Bij een crematie vertellen de kinderen altijd hoe het vroeger thuis was. Herinneringen van hun kindertijd, welke dingen ze fijn vonden. Waarschijnlijk zijn het kleine gebeurtenissen, vlagen van beelden, zoals in een film. Het kan zijn dat alles net anders was, het is een persoonlijke belevenis die in het geheugen gegrift staat. Bevroren, opgeslagen voor altijd in je geest. Een lege plek, alleen de herinneringen leven voort.

Ik bedenk ineens dat mijn vader in hetzelfde jaar is geboren. Kijk je vaak terug als je ouder bent, denk je dat je anders had willen leven, vraag ik me af. Ouders en kinderen kunnen heel verschillend zijn, maar veel ervaringen neem je mee als je volwassen bent. In zulke momenten ga je het leven relativeren, hoewel ik moet bekennen dat het me in het dagelijks leven steeds beter af gaat. Goede keuzes maken, concentreren op wat echt voor je belangrijk is: "wat je bent". En de rest over je heen laten komen, het besef dat het goed zit.

Goede vrienden en mensen om je heen, waar je je mee verbonden voelt, maken het verschil. Leeftijd en omgeving is niet belangrijk, wel een gemeenschappelijke visie op het leven. Het openstaan voor anderen, voor nieuwe indrukken. De ruimte hebben -en krijgen-, het geeft geestelijke rust.

De muziek is afgelopen, de koffie is op. Tijd om verder te gaan met de dagelijkse bezigheden, tijd om verder te gaan met leven.

woensdag 13 februari 2008

In de kleur van jouw huid


Ik weet de kleur waar hij het liefst op loopt
Ik weet de kleur die hij bij voorkeur draagt

Maar lopen is niet hetzelfde als slapen
en dragen niet hetzelfde als wakker worden.

Ik heb hem dus gevraagd: in welke kleur wil jij het liefste
slapen, in welke kleur wil jij het liefste wakker worden

In de kleur van jouw ogen zei hij, in de kleur van jouw huid.
Ik heb er niet naar gezocht. Ik wist ook zonder zoeken wel

dat er geen winkel bestaat die dekbedovertrekken verkoopt
in die kleuren. Er zit niets anders op. Ik moet voor altijd

bij hem slapen.

Gedicht: Tjitske Jansen, "Voor zijn verjaardag".
Dichtbundel: "Het moest maar eens gaan sneeuwen"
Foto: Rosa

maandag 11 februari 2008

Schaatsers en autowassers


Zondagochtend. Als ik de deur opendoe om te gaan hardlopen, is de buurman z'n auto al aan het wassen. Hij houdt een doekje in zijn hand, de wieldoppen glimmen in de zon. Na het verplichte "goedemorgen" en een flauwe opmerking van mijn kant over het poetsen, gaat hij verder met zijn drukke bezigheden. De wereld van autowassers is mij vreemd. Onze werelden zullen zich nooit kruisen, vrees ik.

Het mooie weer lonkt. Ik adem diep en neem voor de zoveelste keer de vertrouwde route langs de rivier. Ik ken elke boom, elk huis, elke bocht. De rivier rechts, het weiland links. Maar, ondanks alles, ontdek ik elke keer onderweg wat nieuws. Iedereen blijkt buiten te zijn. Ik kom tientallen renners, fietsers, skaters, roeiers tegen. Kinderen die aan het paardrijden zijn, oudere wandelaars. De massaliteit van Nederland met mooi weer. Ik aanschouw altijd met verbazing het hele tafereel en laat het vandaag op me afkomen. Overmacht.

Ik beslis te genieten en me er niet druk over te maken, het is tenminste niet elke dag mooi weer in dit land. Er moet wel een keuze gemaakt worden: het WK-schaatsen kijken op tv, of rennen, fietsen en een drankje op een terrasje. Moeilijk kiezen is het niet. In mijn geval wint de zon het altijd. Maar schaatswedstrijden mis ik zelden. Schaatsen is één van de mooie dingen van Nederland. De kracht van de sporters, gecombineerd met een tikje Nederlandse eigenzinnigheid. De glans van het ijs, de schreeuwende toeschouwers, het wedstrijdgevoel. Het heeft iets puurs en ongekunstelds. Iets eigens.

Rennend langs de rivier denk ik aan de schaatsers en het contrast tussen het koude ijs en de felle zon. Ik laat me verwennen door de zonnestralen, het zachte ochtendlicht geeft een extra dimensie aan het lopen. Daarna ga ik moe, maar voldaan, verder genieten van de eerste zonnige dag. Vandaag moet alles tegelijk: rennen, fietsen, biertje op een terrasje. Carpe Diem. Je weet nooit hoe het morgen zal zijn.

Maandagochtend. Grote krantenkoppen: "Sven Kramer als Muhammad Ali". In het Sportforum in Berlijn heeft Sven Kramer bij de allrounders de wereldtitel veroverd. "De man met de hamer", stond er op een oranje spandoek. De Noor Bökko maakte geen kans. "We kunnen geen schaatsen kopen zoals de Nederlanders", zei coach Peter Muller. Nederland heeft weer iets om over te praten: het WK-schaatsen en het vervroegde mooie weer.

De zon schijnt nog steeds. Vandaag moet ik weer keuzes maken: het huishouden of naar buiten.
De keuze is wederom makkelijk gemaakt...
Tekst: Rosa

zaterdag 9 februari 2008

Chocola


De geur van chocola
met een vleugje scherpe kruiden
intens, doordringend, zoet
een droom:

een donkere tint
een ovale vorm
een verre reis
een tropische boom.

De zinderende hitte
de vochtige lucht
het zweet op je lichaam
de olieachtige geur.

Je wordt wakker in de kou
het geluid van de regen op het dak
de zoetige geur is weg
de winter blijft.

Gedicht en foto: Rosa

woensdag 6 februari 2008

Burger King


Was er een tijd dat ik hier boven stond,
mijn mond vol Proust en Bloem, mij hoor je niet,
niet meer. Wat heeft het nog voor zin om in
een taal te denken die geen tanden heeft?
Ik sta alleen. Mijn woorden zijn naar god.

Dus slof ik door de leeszaal van de straat
en blader maar wat door de Burger King,
gewoon, omdat ik leef, omdat ik hopeloos
eenvoudig eet en straks vanzelf vertrek.
- Als deze wanhoop ons Walhalla is,

als hier het ware leven staat te lezen,
mij best, ik zag genoeg. In dit verhaal
betaal je met jezelf, niet eens bedroefd,
eerder verbaasd dat alles wat zo laag
en lelijk is zo sterk en stevig staat.

Gedicht: Menno Wigman, "Burger King", uit dichtbundel "Zwart als kaviaar"

dinsdag 5 februari 2008

Toveren


Terwijl ik over het gemis van de zon schrijf
kijk ik naar buiten en denk na
de rokerige wolken versnellen hun pas
de bomen steken hun scherpe nagels in de lucht
de meeuwen vliegen doelloos in cirkels rond
de verroeste oude fiets leunt moe tegen de schuur
en de druppels tekenen streepjes op het glas.

Ik tover alles klein
en stop het in een zilveren doosje:
de wolken, de bomen, de meeuwen, de druppels
en mijn gedachten.

De zon is ver te zoeken vandaag.
Gedicht en foto: Rosa

maandag 4 februari 2008

Mijn ziel voor een beetje zonneschijn


De winter is te lang geweest, denk ik elk jaar eind januari. Na jaren grijze winters in Nederland te hebben meegemaakt kan ik er nog niet aan wennen. Vandaag slaat de vermoeidheid toe. Maar, heel toevallig, schijnt wel de zon na vele dagen regen en wind. In andere omstandigheden zou ik gelijk naar buiten gaan: even gaan fietsen, fotocamera mee, op zoek naar mooie beelden. Maar nu kan het niet. Ondanks het weer heb ik de laatste jaren de Hollandse luchten leren waarderen. De prachtige wolkenluchten, de kleuren, een soort levend schilderij. Het water en de reflectie, het bijzondere licht. Elk land heeft iets unieks en waardevols, je moet het alleen leren ontdekken.

Soms probeer ik me de vroegere winters in Spanje voor de geest te halen. Het winterzonnetje, hoe aangenaam de warmte op je lichaam voelt, maar het lukt me niet helemaal. Ik heb vage herinneringen aan een stralend blauwe hemel, buiten lopen zonder jas, op een bankje zitten en genieten van de zon. Wandelingen in het bos, de geur van pijnbomen, de droge, harde grond. Uitstapjes in de weekenden naar skigebieden, maar één uurtje rijden van huis. En overal in de beelden van mijn geheugen schijnt de zon fel. Op bepaalde dagen zou ik zelfs een soort Faust willen zijn, mijn ziel voor een beetje zonnneschijn. Zo intens is vaak dit gevoel. Hoe zou het in Ijsland of Finland in de winter zijn, denk ik soms. Donkere dagen, maar een paar uur licht per dag.

Een goede vriend uit Noord-West Spanje die nu in Barcelona woont, zegt altijd dat hij de regen van het Atlantische gebied mist. In Barcelona regent het inderdaad heel weinig. De stad heeft zachte en aangename winters, een ideaal klimaat. Midden in de winter bereikt de thermometer zelfs de 18 graden. Toen ik daar woonde heb ik nooit de regen gemist. Als het een keer regent, is het heel hevig en kunnen de afvoerputten de grote hoeveelheden water niet verwerken. Het water stroomt er krachtig in grote kolken uit. De stad krijgt een spookachtige aanblik en voelt leeg, iedereen vlucht naar binnen. Alles heeft een armoedige waas om zich heen. Deze Mediterrane steden zijn niet gemaakt voor de regen, ze hebben zon nodig om er op hun best uit te zien.

Maar de tijd gaat snel en met de eerste straaltjes zon ben ik gauw alles vergeten. Nu wordt het geduldig wachten en de tijd binnen zinvol besteden. Een interessant boek, een boeiend gesprek, een sfeervol etentje met goede vrienden.

Wachten op de eerste zonnestralen, dan kan je extra genieten. Lang wachten kan ook bijzonder lonend zijn.

Tekst en foto: Rosa

zaterdag 2 februari 2008

Grote mensen houden van cijfers


Grote mensen houden van cijfers. Als je met ze over een nieuwe vriend praat, vragen ze je nooit naar de belangrijkste zaken. Ze zeggen nooit tegen je: "Hoe klinkt zijn stem?" Van welke spelletjes houdt hij het meest? Verzamelt hij ook vlinders?"

Ze vragen je: "Hoe oud is hij? Hoeveel broers heeft hij? Hoeveel weegt hij? Hoeveel verdient zijn vader?" En pas dan denken ze dat ze hem kennen. Als je tegen grote mensen zegt: "Ik heb een mooi huis van roze baksteen gezien met geraniums voor de ramen en duiven op het dak..." dan kunnen ze zich dat huis niet voorstellen. Je moet teggen ze zeggen: "Ik heb een huis van een half miljoen gezien". Dan roepen ze: O, wat mooi!".

Le Petit Prince, Antoine de Saint Exupéry.
Foto: Rosa