zondag 30 december 2007

De oneindige wereld


December in de duinen. De hemel blauw, windstil, zand in de kleur van goud.
Voetafdrukken op het zand, spelende kinderen in de verte. Stilte.
De grijze zee, rustig en kalm. De geur van zout.
Het geluid van de golven, die zich speels omrollen in het transparante water.
Glimmende sterretjes weerkaatsen de reflectie van de zon. Een meeuw
raakt de golven bijna aan met zijn witte vleugels.
Ik kijk naar de verte, naar de horizon. Naar de oneindige wereld.
Tekst en foto: Rosa

The Gift



This morning there's snow everywhere. We remark on it.
You tell me you didn't sleep well. I say
I didn't eather. You had a terrible night. "Me too."
We're extraordinarily calm and tender with each other
as if sensing the other's rickety state of mind.
As if we knew what the other was feeling. We don't,
of course. We never do. No matter.
It's the tenderness I care about. That's the gift
this morning that moves and holds me.
Same as every morning.

Raymond Carver, "The gift"
Foto: Rosa

dinsdag 25 december 2007

Laatste dagen van december


We verdoen de dagen in een waas
van strijkers en weemoedigheid.
Dit is de tijd van valse wensen
en bewogen brieven, de laatste
van het jaar. Hoe dan de broze
maanden bovendrijven, hoe de dagen,
voor het eerst weer, tellen.

Dus bellen oude minnaressen,
wensen ons alvast het beste
en beginnen over onbezonnen lentes
en het schrikbeeld van een berg
van zevenduizend monter opgerookte
sigaretten -weer een jaar in as.

December: inkeer en ontreddering,
een schacht van angst die niet bezworen
wordt door drank of naasten. Waar is toch
het vuurwerk dat het tellen temt,
de stem die zegt dat het jaar
alsnog een noodzaak kent?

Menno Wigman, "Laatste dagen van december"
Foto: Rosa

dinsdag 18 december 2007

Winterslaap


't Sneeuwt. De hemel wit. Zondagmiddag glijdt weg.
De sneeuwvlokken spelen verstoppertje tussen
de tuinplanten, rennen in de tijd.

December. Een winterlange slaap. De zon droomt
van zand en zee, zweet en naakte lichamen. Een reis.
Hij wacht geduldig.

Zomaar een zondagmiddag. Een zwerm vogels, een stille
tuin, speelse sneeuwvlokken op het glas, een witte hemel.
De kou. De tijd staat stil en verdwijnt.

De zon vertrekt naar het zuiden.

Gedicht en foto: Rosa

vrijdag 14 december 2007

Where water comes together with other water

Voor Ibán
Toen ik het een paar jaar geleden met een goede vriend over het hardlopen had en ik vertelde dat ik altijd langs de rivier ren, verwees hij me naar een gedicht van Raymond Carver: "Where water comes together with other water". Nooit had ik van Carver gehoord en ging op internet driftig op zoek naar dit gedicht. Eerst las ik enkele fragmenten van zijn teksten. Het was gelijk raak, mijn innerlijke wereld stond op zijn kop. Impactant. De harde realiteit van het dagelijks leven. Direct, ironisch, intiem, hard maar, te gelijk, bijzonder gevoelig. Zijn stijl: beknopt en compact. Na veel zoeken vond ik het gedicht over de rivieren, in het Spaans. Ik ben het nooit vergeten. Daarna heb ik in een korte periode al zijn boeken gekocht.

Als ik nu langs de rivier ren, denk ik er vaak aan, en de wereld om me heen verandert met de woorden mee.

I love creeks and the music they make.
And rills, in glades and meadows, before
they have a chance to become creeks.
I may even love them best of all
for their secrecy. I almost forgot
to say something about the source!
Can anything be more wonderful than a spring?
But the big streams have my heart too.
And the places streams flow into rivers.
The open mouths of rivers where they join the sea.
The places where waters comes together
with other water. Those places stand out
in my mind like holy places.
But these coastal rivers!
I love them the way some men love horses
or glamorous women. I have a thing
for this cold swift water.
Just looking at it makes my blood run
and my skin tingle. I could sit
and watch these rivers for hours.
Not one of them like any other.
I'm 45 years old today.
Would anyone believe it if I said
I was once 35?
My heart empty and sere at 35!
Five more years had to pass
before it began to flow again.I'll take all the time I please this afternoon
before leaving my place alongside this river.
It pleases me, loving rivers.
Loving them all the way back
to their source.
Loving everything that increases me.
Raymond Carver: "Were water comes together with other water"
Foto: Rosa

maandag 10 december 2007

Geluk is liefhebben


Iedereen heeft z'n trekjes. Ik heb bijvoorbeeld, de neiging om kranten en bladenknipsels te bewaren. Artikelen die ik interessant vind, plaatsen waar ik heen wil, optredens, tentoonstellingen. Een gevarieerde puzzel. Regelmatig gooi ik wat weg, en daardoor kom ik af en toe fragmenten tegen die ik al lang vergeten was.

Zoals deze week. Diep verstopt onder een paar bladen vond ik een artikel over het geluk. Ik heb het opnieuw gelezen en weer besloten om het te bewaren, omdat ik mezelf goed kon vinden in die beschrijving:
"Wie nooit iets durft, wie nooit zijn eigen grenzen verlegt en daarbij enig risico wil lopen, zal zich nooit verder ontwikkelen. Uitdagingen brengen ons verder. Want diep in ons hart weten wij:'Dit is mijn eigen falen, mijn eigen kracht, mijn eigen succes'. Koester geen angst voor diepe gevoelens...".

Dit heeft me aan het denken gezet. Geluk is ook iets persoonlijks, hoe je het zelf ervaart. Sommige mensen dromen van meer geld, een mooi uiterlijk, nieuwe dingen kopen. Ik denk dat het geluk zit voornamelijk in het geliefd te voelen. En kunnen liefhebben. Maar ook om het vermogen om van de kleine dingen te kunnen genieten. Een open houding naar de anderen toe, zonder angst. Om jezelf te kunnen zijn: "Wat je bent". Je vaardigheden te kunnen ontwikkelen, wat je van nature kan. Misschien een cliché, maar wel treffend.

Het geluksgevoel wisselt ook, net als de golven van de zee. En zo hoort het ook. Anders zouden we het nooit kunnen vergelijken met de minder goede momenten. Met een constant geluksgevoel zou je het nooit op waarde kunnen schatten.

In de "Dikke van Dale" staan verschillende beschrijvingen van geluk: "Gunstige loop van de omstandigheden", "Aangename toestand, welzijn", en "Behaaglijk gevoel over iemand die zich verheugt over zijn welzijn".

Als ik zelf dit gevoel samen zou moeten vatten, zou ik het beschrijven als: "Liefhebben en zich geliefd voelen".

Foto en tekst: Rosa
Citaat: Dorothee Röhring






zondag 9 december 2007

Two Worlds


In air heavy
with odor of crocuses,

sensual smell of crocuses,
I watch a lemon sun disappear,

a sea change blue

to olive black.

I watch lightning leap from Asia as
sleeping,

my love stirs and breathes and
sleeps again,

part of this world and yet
part that.

Raymond Carver, "Two Worlds"
Foto: Jan-Willem Wolf
http://www.flickr.com/photos/ingeliefhebber/

dinsdag 4 december 2007

Hüzün, de melancholie van Istanbul


Vorig jaar toen ik in Istanbul was, viel me al op dat de stad een bijzondere sfeer uitstraalde. Istanbul is een stad met een rijk verleden, gesticht door de Grieken, zo'n 27 eeuwen geleden. De stad is druk en levendig. Er wonen 11 miljoen mensen. In de smalle straatjes zie je overal gezellige restaurantjes, de mensen maken graag een praatje en wisselen de laatste nieuwtjes uit. Hier en daar zie je ook oude mannetjes zittend op kleine krukken, die rustig nippen aan een klein glaasje zoete appelthee. De grote Bazaar ademt de sfeer van de Duizend en één Nachten. Oriëntaalse zwoele geuren, glitter en felle kleuren, mannen die hun koopwaar aanprijzen. Een wereld van zintuigen.

De rivier Bosporus maakte veel indruk op me. Vaak is hij in nevelen gehuld en zie je de tientallen moskeeën wazig boven de horizon uittornen. De oude veerponten varen heen en weer en de Galatabrug glimt trots, met al die mannen op een rij die dagelijks hun hengels uitgooien.
De stad straalt een melancholische sfeer uit: Weemoed, in het Turks genaamd "Hüzün". Het betekent niet een individueel gevoel, maar van de hele stad. Het sombere gevoel dat miljoenen mensen gezamelijk ervaren. Orhan Pamuk zegt over "Huzur", de allergrootste roman die over Istanbul is geschreven: "Een weemoed die hun wilskracht knakt en veroordeelt tot nederlagen. De weemoed maakt het onmogelijk dat liefde eindigt als een vredige kalmte. De liefdesverhalen in Istanbulse zwart-wit films eindigen onveranderlijk in melodrama".

Maar in de mystiek is de kijk veel positiever. Het is niet de aanwezigheid van weemoed, maar juist de afwezigheid ervan die geldt als een gemis. In de literatuur, poezië en de lokale muziek, hüzün, een emotie die je vaak tegenkomt, geldt als een levensvisie.

Bejan Matur (1968) hoort bij de jonge generatie Turkse dichters. Zij geeft met treffende woorden de melancholie van een land weer, en het taalgebruik zit vol oriëntaalse invloeden.

Van wind vervulde landhuizen

..."We zouden afscheid nemen van elk van ons
Bij één of andere afslag.
Maar wie zou het eerst
Wie zou het eerst bang worden
Voor de weg
De nacht
De oude ruiter
Wie was er aan de beurt
We huiverden daarom bij elke kruispunt.
Ik was tot het eind gebleven
Met de smalle weg die zich voor mij uitstrekte
Een reiziger door het leven was ik nu
Die kracht putte uit zijn pijnen..."

Hüzün, weemoed. Zoals Robert Burton daarover schreef : ''Alle andere geneugten zijn nietszeggend. Geen enkele is zo aangenaam als melancholie".
Foto en tekst: Rosa
Gedicht: Bejan Matur

zondag 2 december 2007

The Bell Jar



In Memoriam

"Outcast on a cold star, unable to feel anything but an awfull helpless numbness. I look down into de warm, earthy world. Into a nest of lovers beds, baby cribs, meal tables, all the solid commerce of life in this earth, and feel apart, enclosed in a wall of glass. "


Sylvia Plath, 'The Bell Jar"

dinsdag 27 november 2007

Boris, ik hield van je!


Ik liep langs de Maas, in het donker
Het was stil. In de verte, de lichten van de stad
ik dacht aan het thuiskomen
een rustige avond, een glaasje wijn.

Een bericht. Een onbekend nummer, dacht ik.
Na het bellen, een vertrouwde stem
"Boris is overleden", zei ze.
Ongeloof. Een traan.
De weg langs de rivier zag er vredig uit
de straten leeg, een enkel schip
in het zwarte water.

Kort geleden had ik nog je foto
op het web gezet
met een bijzonder gedicht over vrijheid
Een portret vanaf de zijkant. Vooraan in beeld,
je rastahaar
Je zag het niet. Je was puur jezelf.
Die blik...

Ik vroeg je nog om met me te dansen
bij het feest op het werk
"Mijn knie", zei jij. Je liet het verband zien.
Ik heb veel van je geleerd:
dat iedereen gelijk is. Delen. Dat huidskleur of status
helemaal niet belangrijk is.

Gisteren schreef ik nog over vergankelijkheid
zonder te beseffen dat jij er niet meer was
Lieve Boris, vrijheid past bij jou. Hier,
een deel van het gedicht
die ik voor jou uitgekozen had:

"...Libertad se bebe y se respira
la libertad es cantar en tiempo de silencio
la libertad si quieres será tuya
pero
sólo por un momento
porque cuando la tengas
se escapará riendo entre tus manos
y tendrás que buscarla y perseguirla
por las calles ciudades praderas y desiertos
de todo el vasto mundo
porque se deja amar únicamente por amor por ganas
porque ella
es más hermosa que una pluma al viento."

Gedicht en foto: Rosa
Fragment gedicht in het Spaans: José Agustín Goytisolo


maandag 26 november 2007

Sommigen willen helemaal niets


Je ziet, ik wil veel,
wellicht wil ik alles:
het duister van elke oneindige val,
van elk stijgen het schitterend lichtspel.

Zovele levenden willen helemaal niets.
Door eigen lichtvaardig oordeel
geadeld met gladde gevoelens.

Maar jij bent blij met ieder aangezicht
dat dient en dorstig is.

En jij verheugt je over allen
die je als instrument gebruiken.

Nog ben je niet koud. Het is niet te laat
om nog in je wordende diepten te duiken
waar men het leven vreedzaam ontdekt.

Rainer Maria Rilke, "Het Getijdenboek"
Foto: Rosa

vrijdag 23 november 2007

De schoonheid van het verval


Een paar dagen geleden zag ik een korte film over vervallen huizen, opgenomen in Griekenland. De regisseur had een totaal ander beeld laten zien van dingen die ons meestal op het eerste gezicht niet opvallen. In de toeristische folders wordt Griekenland altijd afgebeeld als een land met paradijslijke stranden, mooie landschappen, en de wereldberoemde klassieke gebouwen. Maar alles heeft twee gezichten.

De camera draaide heel langzaam, liet een paar seconde de beelden zien: deuren waar stukjes eraf waren, vervallen gebouwen, kapotte ramen waar je door het glas heen kon kijken. Ik vond juist dit soort beelden een bijzondere schoonheid bezitten. "De tand des tijds", dingen die vroeger mooi zijn geweest. Het idee van perfectie klopt niet meer en maakt ons onrustig.

De term "schoonheid" bevat veel nuances. Gisteren keek ik in een boek over honderdjarige vrouwen. De indrukwekkende schoonheid van een oud, rimpelig gezicht. Een intense blik die meer dan duizend woorden zegt. Pure mensen met een heel leven achter zich.

Alles is vergankelijk, net als wij. Er is een fotoboek van Hannes Wallrafen met stillevens, "De dingen". Zwart wit foto's die het heel treffend uitbeelden: twee vieze kopjes met schoteltjes, een oude emmer, uitgelopen aardappels, een donkere kelder waar door een kapotte muur een beetje licht naar binnen schijnt. De schoonheid van het verval.

foto: Rosa

woensdag 21 november 2007

Het licht is als het licht


Het licht is als het licht

En op een dag verlies je je gezicht,
vult elke spiegel zich met vormloos ik.
Een traanzak zie je, hangvlees, haarverlies,
maar geen gezicht. -Je weet: er valt op straat
niet veel te vragen, ja, de tijd, de weg,

maar niemand die je ooit het licht uitlegt.
Hoe kwam je in die huid terecht? En is
het waar dat ieder na zijn veertigste
voor zijn gezicht vertantwoordelijk is?

Vragen. Koudwatervrees. Straks ga ook jij
de weg van alle vlees. En wat dan nog?
Terwijl ik dit gedicht herschrijf beschijnt

de zon mijn hand. Het licht is als het licht.
Er woont een heerser achter mijn gezicht.

Gedicht: Menno Wigman, "Het licht is als het licht"
Foto: Rosa

zondag 18 november 2007

De Griekse goden van nu


Op het witte papier komt langzaam maar zeker een gezicht tevoorschijn, strak getekend met houtskool. Een tijdloos gelaat: mannelijke neus, doordringende ogen, volle lippen, krullend haar. Een Griekse god. Het lichaam ontbreekt. De vrouw zit naast me geconcentreerd te tekenen in het atelier. Het lijkt of hij leeft. En voordat ik er erg in heb, ben ik heel ver met mijn gedachten. De tijden van de oude Grieken herleven voor een moment in mijn fantasie. Wie was die man? Hoe was hij? Wat voor leven leidde hij?

De figuur van Adonis, uit de Griekse mythologie, komt in mijn gedachten op. De oorsprong van de naam is van het Fenicische Adon, dat "heer" betekent. Hij was een onverschrokken jager, die vaak roekeloos te werk ging. De godinnen Aphrodite en Persephone voedden hem op. Aphrodite, de godin van de schoonheid, was verliefd op hem. Adonis kwam tragisch aan zijn einde, doodgetrapt door een wild zwijn dat hij achtervolgde. De godin was zo ontroostbaar, dat ze het leed niet meer kon verdragen. Ze smeekte Zeus om Adonis uit de onderwereld terug te roepen. Elk seizoen mocht Adonis de onderwereld verlaten en zijn geliefde bezoeken. In de herfst keerde hij met tegenzin terug naar de andere kant. In de moderne wereld, wordt met Adonis verwezen naar een mooie jongen of een knappe, gespierde man.

In de actuele wereld zou je het kunnen associeren met bodybuilders. Gespierde mannen, mooie lichamen. De cult van het lichaam. In de negentiende eeuw waren de sterke mannen erg populair. De bekendste is Eugen Sandow, gezegend met een opvallend fysiek, een laag vetpercentage en goede lichaamsverhoudingen. Hij was één van de medeorganistatoren van de eerste wedstrijden en wordt ook "The father of modern bodybuilding" genoemd.

Op de sportschool zie ik vaak mannen die met gewichten aan het trainen zijn. Elke dag volgen ze een serie oefeningen, niks wordt overgeslagen. Aan de muur hangen posters van hoe het ideale lichaam eruit moet zien. Een zwarte man, ingevet met glanzende olie, kijkt stoer de zaal in.
Ik vraag me af of ze ook andere interesses hebben of, "that's it". Of ze iets weten over hun goddelijke voorgangers uit Fenicië, Syrie, Griekenland, Summerië of Babilonië. Zouden ze ooit iets over de geschiedenis van de bodybuilding gelezen hebben?.
Tegenwoordig is bodybuilding uitgegroeid tot een van de meest beoefende sporten ter wereld. In Nederland wordt deze vertegenwoordigd door de NBBF. Slechts een klein gedeelte houdt zich profesioneel bezig met de sport, maar ruim één miljoen mensen trainen dagelijks met gewichten.

Je hebt natuurlijk ook andere sporters die gespierd zijn, maar hun lichamen zien er minder opvallend uit. Zwemmers, atleten, en onze eigen Nederlandse schaatsers. Pezige, krachtige lichamen. Maar behalve kracht bezitten ze ook snelheid. De Griekse goden van nu.

De tekening is af, de man kijkt met dromerige ogen naar de verte in het zachte licht van het atelier. Voor een moment voelt het of hij naar mij kijkt. Ik pak mijn spullen in en volg de weg door de tuin. Buiten is het kil, het regent zachtjes. Ik loop langzaam naar buiten het donker in.

Foto van Jusup Wilkosz, http://www.flickr.com/photos/d_vdm/
Info bodybuilding: Wikipedia

vrijdag 16 november 2007

And what did you want?


And did you get what
you wanted from this life, even so?
I did.
And what did you want?
To call myself beloved, to feel myself
beloved on the earth.

Raymond Carver, "Late fragment"
foto: Rosa

woensdag 14 november 2007

Desolatio


Deze week bij het hardlopen dacht ik aan het Hollands landschap. Een mooie herfstdag, de wolken lichtpaars gekleurd, felle licht en donkere vlakken wisselden elkaar af. Heel anders dan andere dagen in de herfst of winter, de mist en het grijs waren even afwezig. Een adempauze in de tijd, een glimp van de lente. In de winter straalt het landschap een soort eenzaamheid uit. De uitgestrekte weilanden, ingepakt in een nevelige waas. Geen mens te zien, je kan eindeloos ver kijken. Een oneindigde wereld.

Eens las ik het woord "desolación" in een gedicht van Bernardo Atxaga. Het woord stamt uit het latijnse woord "desolatio". In het Dikke Van Dale betekent desolaat: "troosteloos" of "in ontredderde toestand". Een troosteloos landschap, zou je kunnen zeggen.

Toeschouwers

Een kille winterdag, een dunne laag ijs
op het gras
de horizon, een inmense ruimte in het kader
de bovenste vlak, de grijze hemel
het onderste, aardekleur
huizen en bomen, een paar stippen
hier en daar opgebracht.

Een vogel die gehaast
het luchtruim doorkruist
een vliegtuig, een speeldje in de lucht
verdwijnt snel
een horizontale streep in het midden
geeft de grens aan tussen hemel en aarde
Het is hier stil, het landschap
voelt desolaat.

Hemel, aarde, ijs, wind, en wij,
toeschouwers van het niks,
eenzaam in het brede landschap.
Foto en gedicht: Rosa

maandag 12 november 2007

Diane Arbus en de verleiding


"Iedereen wil nu eenmaal een bepaald imago hebben, maar ze zien en uiteindelijk anders uit. Ons hele uiterlijk is een soort signaal aan de wereld om op een bepaalde manier over ons te denken, maar er zit verschil tussen wat je wilt dat mensen van je weten en wat je hun over jezelf laat weten, ondanks jezelf. En dat heeft te maken met wat ik altijd de kloof tussen bedoeling en effect heb genoemd".

..."Ze was uiterst verleidelijk. Het is onmogelijk te omschrijven wat voor verleiding er van haar uitging, maar het is zeker dat die een grote rol in haar avontuur heeft gespeeld". Lisette Model zei dat de verleiding wat haar betreft goed in de 'Oxford Dictionary' werd gedefinieerd als: 'iets magisch, een betovering, een tovermiddel'. Ze voegde eraan toe dat 'Websters Dictionary' op zijn beurt specificeert dat 'De verleiding fascinerend en ongrijpbaar is en een aantrekkelijke, onweerstaanbare charme bezit'. Ten slotte zei ze nog dat iedereen overal en nergens verleid kon worden, maar niemand zich er ooit bewust was. "

..."Toch kreeg de verleiding voor Arbus net als op zoveel andere punten waarin ze verschilden, een heel andere betekenis dan die Lisette Model er zo gul aan gaf. De verleiding, bij uitstek een menselijke handeling, zou dan het laatse straaltje hoop van een zo diepe wanhoop zijn die zichzelf niet meer aan die naam zou durven geven. Maar eveneens, middenin de wanhoop, misschien de meest intense en meest belachelijke vorm van liefde. Daarom lijkt verleiding voor mij waarschijnlijk op iets tussen ontzetting en broosheid in, en altijd, wat haar status ook is, het product van een onverdraaglijke machteloosheid".

uit 'Diane Arbus, de droom van een schipbreuk' , van Patrick Roegiers
Tekening: Rosa

vrijdag 9 november 2007

Watersnood


"De wereld vergaat", dacht ik slaperig
toen ik door het raam zag
de kracht van de wind die uitraasde door het land.
Het begin van het einde. Apocalypsis Now
(en ineens verschenen beelden voor me
van Noach en de Ark op de top van de Ararat)

De storm woedt, donkere wolken dreigen met hun macht
"Orkaankracht", zegt een grijze radiostem:
"De Euromast gesloten vandaag".
Kale bomen worden uit de aarde bevrijd,
uit de grond gerukt met helse kracht
De reus is ontwaakt. Het kikkerland onder water,
de dijken kapot. Watersnood.
Stormvloed. Het Deltaplan is mislukt.
Geen kindervinger in de dijk die ons
voor een ramp behoedt.

Het water van de rivier kolkt als de zee, de wereld vergaat,
de duivel viert feest en ik, hangend op de bank,
omringd door dichters, sterke koffie en een oude krant
kijk naar buiten door het glas, zie dit alles van een afstand
en..., geduldig, wacht.
Foto en gedicht: Rosa

woensdag 7 november 2007

Jan Wolkers


Als je voor een krant schrijft, is het deze dagen bijna verplicht om een stukje over Jan Wolkers te publiceren. Een eigenzinnige man met een eigen kijk op het leven. De meeste schrijvers en kunstenaars bewonderden hem. Vaak tref je hetzelfde woord als ze hem beschrijven: "puur", "levenslustig", "bijzonder oog voor details".

De kleine dingen, observeren. Zelf las ik een paar jaar geleden op de kaft van "De Avonden", van Gerard Reve, enkele zinnen die een diepe indruk op me achtergelaten hebben: "In het ontroerende slothoofdstuk komt hij tot het louterende inzicht dat hij door te kijken en te observeren de zinloosheid heeft bezworen. 'Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven'."

De details, de kleine, onopvallende dingen. Alles door een vergrootglas bekijken, dan betreed je een andere dimensie van het leven. Een openbaring.


Foto en tekst: Rosa

maandag 5 november 2007

Een bekentenis, Czeslaw Milosz


Here God, ik hield van aardbeienjam
En de donkere zoetheid van een vrouwenlichaam.
Maar ook van ijskoude wodka, haringen in olie,
Van geuren: kaneel en kruidnagelen.
Dus, hoezo ik een profeet? Waarom zou een geest
Iemand als mij bezoeken? Zo veel anderen
Zijn terecht uitverkoren, geloofwaardig.
En wie zou mij geloven? Want men zag
Hoe ik me op het eten werp, roemers leeg,
En gretig naar de hals van de serveerster kijk.
Gebrekkig en me daarvaan bewust. Belust op grootsheid,
In staat haar waar dan ook te herkennen,
En toch niet helemaal helderziende,
Wist ik wat er overblijft voor minderen, als ik:
Een festijn van kortstondige hoop, een verzameling hovaardigen,
Een toernooi van gebochelden, de literatuur.

Czeslaw Milosz, "Een bekentenis"
Vertaling van Karol Lesman

vrijdag 2 november 2007

Catalonië in de herfst


Laatst las ik een reportage over Nederlandse vrouwen in Barcelona. Sommigen zijn getrouwd met vakantieliefdes, anderen zijn daarheen verhuisd en hebben en nieuw leven opgebouwd. Moderne, zelfbewuste vrouwen met trendy kleding. Ik bedacht ineens dat ik nooit meer ga winkelen als ik in Barcelona ben. Het is overal te druk, te warm, te duur. Het liefst maak ik lange wandelingen, vanuit Plaça Catalunya naar de oude wijk Gracia bijvoorbeeld. Barcelona is een drukke stad met een bruisend dag- en nachtleven. Meestal stop ik onderweg bij een barretje om een capuccino te drinken. Altijd heb ik een Spaanse krant bij me die ik ervoor bij een kiosk gekocht heb. Soms maak ik een praatje met de kelner. Als je helemaal Spaans wilt doen, kan je het beste aan de bar aanschuiven.

Elke keer als ik daar ben, spreek ik af met een goede vriendin om in Gracia te gaan lunchen. In Spanje, lunchen betekent warm eten en het duurt wel tot twee of drie uur. Meestal gaan we naar een klein café-restaurant die door een familie uit Olot wordt gerund, in een smal straatje waar geen auto's rijden. Een onbekend verschijnsel voor een grote, drukke stad als Barcelona. Het restaurant is klein en knus ingericht in warme kleuren, schilderijen van jonge kunstenaars hangen aan de muur. Het menu goedkoop, de mensen vriendelijk. Daar staat de tijd even stil.
Na de laatste gebeurtenissen in ons leven doorgenomen te hebben, lopen we richting Plaça del Diamant, een oud pleintje, om een carajillo te drinken. Mijn vriendin heeft jaren geleden meegewerkt aan een historische film met hetzelfde titel over de geschiedenis van een Catalaanse familie in het Barcelona van de jaren veertig . De pleinen in Gracia hebben een ouderwetse uitstraling, ademen een dorpssfeer. Als je daar bent, kan je je een beetje voorstellen hoe Barcelona er vroeger uitzag. Een wijk midden in de stad, maar je hebt het gevoel dat je ver weg zit. Meestal ga ik daar ook naar verschillende boekenwinkels, om Spaanse boeken te kopen. In "La Casa del Llibre", in Passeig de Gracia, kan ik uren rondkijken. Het is moeilijk kiezen, de tijd vliegt voorbij. Alles is daar te koop, tenminste op het gebied van literatuur en poezië.

De herfst in Barcelona straalt een bijzondere sfeer uit. Op de hoeken van de straten kan je in kraampjes gepofte kastanjes kopen in ouderwetse papieren zakken. Overal verspreid zich de geur van rook, een glimp naar vroeger. Soms kan het fris zijn, maar meestal schijnt er een stralende zon. De hemel heeft een vrolijke blauwe kleur, de temperatuur is aangenaam. Een ideale tijd om een wandeling te maken richting het strand en de haven. De drukkende warmte van de zomermaanden is ver weg, de bewoners zijn terug van vakantie en weer aan het werk. En als je een paar dagen in Barcelona verblijft, kan je ook een auto huren en richting de binnenlanden of de Pyreneeën rijden om paddestoelen te gaan zoeken.

Catalanen zijn gek op paddestoelen. Het begin van het seizoen zorgt altijd voor een kortsachtig sfeer in huis. De kennis over zwammen wordt meestal overgedragen, al generaties lang. Alle geheimen blijven in de gezinnen, zoals gegevens over speciale plekken, oude vindplaatsen. Het bos ruikt in dit seizoen naar mos, naar tijm, naar vochtige paddestoelen. Een karakteristieke, maar aangename geur. In de binnenlanden zeggen ze dat mensen uit de stad er niet zoveel van snappen, dat ze de bossen kapot maken met hun harkjes. Volgens onbeschreven en eeuwenoude wetten mag je alleen, heel voorzichtig, je handen gebruiken. En altijd een paar laten staan voor het jaar daarna.

Terug in huis kan je de paddestoelen inmaken. Eerst even koken met water en zout en daarna in glazen potten bewaren, zo blijven ze jaren goed. Of gelijk in het weekend vrienden en familie uitnodigen en er een gezellige dag van maken. Gegrillde rovellons, oranjeachtige paddestoelen die op cantharellen lijken, zijn echt een aanrader. Maar pas op, er is ook een giftige variant. Als je er geen verstand van hebt, ga dan nooit het bos in om ze te plukken.

Een typisch gerecht uit Catalonië is "vedella amb bolets", rundvlees met paddestoelen. Het wordt vaak op zondag bereid, als het hele gezin bij elkaar is. De llanega, een soort die een beetje glibberig aanvoelt, wordt meestal daarvoor gebruikt. Volgens fijnproevers is dit de beste combinatie. Een fles Cava om het gerecht te begeleiden lijkt een must, om het geheel een beetje caché te geven. Het middageten begint op zondag rond twee uur 's middags en, als het goed meezit, ben je rond een uur of vijf klaar.

Maar de herfst kan overal bijzonder zijn, ook in Nederland. Op zonnige dagen naar buiten gaan, fietsen of wandelen. Om je heen kijken, de geuren van de herfst ruiken. Goed op de kleuren letten, overal zie je bruine, gele en oranje tinten. En goed beseffen dat zo'n mooie dag een geschenk is, iets dat als je in Barcelona bent vaak vergeet.
Foto: Rosa

donderdag 1 november 2007

1 November, Allerheiligen


In Spanje is 1 november een feestdag. Allerheiligen, de dag der doden, kerkhofbezoek. Thuis wordt de herfsttijd gevierd met gepofte kastanjes, zoete aardappels in de oven en moscatel, een zoete muskaatwijn. Maar bovenal is het de dag dat de mensen naar het kerkhof gaan, om overleden familieleden te herdenken.

Mijn moeder ligt begraven op een klein kerkhof midden in het bos, tussen de pijnbomen, een paar kilometer van het dorp. De laatste keer dat ik daar ben geweest, was het stralend weer. De hemel had een felblauwe kleur en een aangenaam herfstzonnetje scheen door de bomen. We liepen langs de graven van familieleden, soms moesten we wat langer zoeken. Complete families liggen daar begraven, generatie na generatie. Op zo'n moment kom je jezelf tegen. Je opa's en oma's, ooms en tantes, bekende namen, kinderen die overleden zijn, verongelukte jongeren. Mensen die je in een ver verleden hebt gekend. Het lijkt of de klok teruggedraaid wordt. Momenten van bezinning, heftige emoties. Herinneringen.

Het afscheid

Daar lag ze, stil, in het ziekenhuisbed
met een afwezige blik keek ze naar de muur
ze schrok
kleuren, beelden, een lampje.
De morfine, dacht ik. Ik hield haar hand vast.
Zes maanden te leven, hadden ze gezegd.
Zij wist het niet. Haar laatste week, zij en ik.
Elke dag ging ik wandelen, de hoek om
langs de Sagrada Familia. Bij de ingang, blije
toeristen met fotocamera's stonden in de rij.
Een lach. Ik hoorde het gekrijs van de papegaaien
in de bomen
en dan terug, naar de witte gangen en de stilte.

Zes maanden. Een week. Een avond. Een afscheid.
Zij wist het.
Gedicht en foto: Rosa

zondag 28 oktober 2007

A person's live purpose


"A person's live purpose is nothing more than to rediscover, through the detours of art, love, or passionate work, those one or two images in the presence of which his heart first opened".

Charles Bowden
Tekening: Rosa

vrijdag 26 oktober 2007

Een wandeling met opa


Toen ik klein was, ongeveer zes jaar, ging ik wekelijks met mijn opa naar een bron om water te halen. Hij droeg een kruik en een draagbare radio bij zich en hij gaf me een hand. Het was een ontspannende wandeling, intiem en vertrouwd, met z'n tweetjes. Op de terugweg rustten we altijd op dezelfde plek, een stenen bankje dat er nog steeds is. Dan zette hij de radio aan en luisterden we naast elkaar naar de radioverhalen over de wereld van de mieren, de bijen en de andere insecten.
Het waren spannende verhalen, net een film, vol intriges en mysterie. In mijn belevenis was het een verontrustende en reële wereld. Daarna liepen we verder voldaan naar huis. Ik herinnerme nog precies de route die we volgden, het is iets dat voor altijd in mijn geheugen zal blijven.

Nooit zal ik de avonturen van de slimme mieren vergeten, de snelle bijen, de acrobatische sprinkhanen, de harige rupsen, de sierlijke vlinders, de gelaarsde duizendpoten, de gemene spinnen en de nieuwsgierige lieveheersbeestjes die op ronde dobbelstenen lijken. De minuscule planten waren net een tropische jungle en het gevaar lag op de loer. Voor een kind een fascinerende wereld.

Het was de mooiste dag van de week. Zo zie ik mijn opa nog altijd voor mij, met de radio en de kruik, en mijn hand vasthoudend, onderweg naar de bron.

woensdag 24 oktober 2007

Happiness


So early it's still almost dark out.
I'm near the window with coffee,
and the usual early morning stuff
that passes for thought.

When I see the boy and his friend
walking up the road
to deliver the newspaper.

They wear caps and sweaters,
and one boy has a bag over his shoulder.
They are so happy
they aren't saying anything, these boys.

I think if they could, they would take
each other's arm.
It's early in the morning,
and they are doing this thing together.

They come on, slowly.
The sky is taking on light,
though the moon still hangs pale over the water.

Such beauty that for a minute
death and ambition, even love,
doesn't enter into this.

Happiness. It comes on
unexpectedly. And goes beyond, really,
and early morning talk about it.

Raymond Carver, "Happiness"
Foto: Rosa

zaterdag 20 oktober 2007

Uniformiteit of verscheidenheid


Een rustige buitenwijk aan de rand van de stad, hoge flats bepalen het zicht.Slanke bomen tussen de gebouwen zorgen voor een beetje groen. De ballustrades van de terrasjes aan de straatkant zijn geverfd in vrolijke primaire kleuren om het geheel wat levendiger te maken. De huizen, netjes geschilderd, opgeruimd. Als je langs de ramen loopt, zie je meestal beige tinten, vazen met gedroogde bloemen, beeldjes in alle soorten en maten. Maar ze hebben allemaal wat gemeen: uniformiteit. Daar wonen keurige mensen, je zie het zo.
Beroemde buitenlandse schrijvers geven naam aan de flats. Schrijvers die intens geleefd hebben.Eén van hem, bijvoorbeeld, liep al weg van huis toen hij dertien was. Begon zijn carrière met gedichten en verhalen, was alcoholist en boek van hem werd verboden. Hij schreef ook een verhaal over wat er leeft achter de façaden van de uiterlijk nette huizen in de hoofdstraat van een klein Amerikaans stadje uit de twintiger jaren. Het lijkt een beetje dubbelzinnig, want een schrijver zou nooit hier kunnen wonen, er gebeurt te weinig. De gebouwen zouden zonder grote namen erop haast niet te onderscheiden zijn. Als ik er langs fiets, overvalt me altijd een vreemd gevoel dat moeilijk te plaatsen is. Maar de mensen zijn schijnbaar hier gelukkig in hun kleine, vertrouwde wereld.

Betonnen reuzen

Hoge kolossen van beton kijken stoer naar elkaar. Breed neergezet in de ruimte,
al meer dan vijf-en-twintig jaar. Doordeweeks de straten verlaten. Het regent herinneringen. Een enkele eenzame auto op de grote parkeerplaats, in het weekend, Kerstmis of Nieuwjaar.

In de lift, een onbekende man met grijs haar zegt vriendelijk gedag. Rijen rollators bij de winkels, voor de ijzere mond van de automaat. Zondag's naar de kerk. Woensdag gehaktdag, en terug bij af.

Af en toe, een flatje leeg, net gerenoveerd. Nieuwe bewoners. Een verfje hier en daar.
Een déjà-vu. Alles opgeruimd, de koffie staat klaar. Royal Albert kopjes blinken in het winterlicht. Koekjes op een bordje netjes gerangschikt.

Ze wachten op het zondagsbezoek. De bel gaat.

dinsdag 16 oktober 2007

In je dromen zie je nooit de zon


"Iedereen weet dat je in dromen nooit de zon ziet, hoewel je dikwijls een veel feller schijnsel waarneemt. De voorwerpen en lichamen lichten uit zichzelf op. Ik zag mijzelf in een parkje waarin zich met wingerd begroeide en met zware, witte en blauwe druiventrossen beladen bladergewelven uitstrekten, terwijl de dame die me leidde onder die blader gewelven voortschreed, veranderde de schaduw van het gekruiste latwerk haar vormen en kleren nog voor mijn ogen. Ten slotte kwam ze eruit te voorschijn en bevonden wij ons in een open ruimte. Je zag er nog net de sporen van laantjes die de plek vroeger kruiselings hadden doorgesneden. De teelt was er al vele jaren verwaarloosd en de loten van clematis, hop, kamperfoelie, jasmijn, klimop en pijpbloem strekten hun lianenslierten uit tussen de krachtig gegroeide bomen. Met vruchten beladen takken bogen door tot op de grond en te midden van plukjes woekerkruid ontloken een paar verwilderde tuinbloemen.

Hier en daar verhieven zich bosjes populieren, acacia's en pijnbomen waartussen je door de tijd zwart geworden beelden zag schemeren. Recht voor mij ontwaarde ik een opeenhoping van met klimop begroeide rotsen waaruit een bron van stromend water opwelde, waarvan het harmonieuze geklater weerklonk boven een vijver met stilstaand water dat half bedekt was met de grote bladeren van de waterlelie".

De dame achter wie ik aan liep en die haar slanke gestalte verhief met een beweging die de plooien van haar japon van changeant tafzijde liet spiegelen, legde sierlijk haar blote arm om de lange steel van een stokroos en begon vervolgens in een heldere lichtstraal te groeien, zodat het park langzaam maar zeker haar vorm aannaam en de bloembedden en de bomen de rozetten en festoenen van haar kleren werden; terwijl haar gestalte en haar armen hun omtrekken op de purperen wolken van de hemel drukten. Ik verloor haar uit het oog terwijl zij steeds verder van gedaante veranderde, want zij scheen in haar eigen grootte te verdwijnen. 'O, ga niet heen!' riep ik uit...'Want de natuur sterft met jou'."

(uit "Aurélia of de droom en het leven", Gerard de Nerval)

zondag 14 oktober 2007

Wilhelminakade


Drie slanke vrachtschepen varen op een rij: de eerste draagt grijze containers op zijn rug, de tweede glijdt onopvallend voorbij. De derde heet "Risico", maar oogt rustig en bedachtzaam. Risico is het smalste. Hij lijkt te zinken, maar dat is alleen maar schijn. Hij draagt een auto op het dak.
Scheurend door het water, stoer en snel, de watertaxi kruist de drie schepen voorbij. Hij speelt Miami Vice na. Een spoor van zilvere schuim blijft achter. De grijze rivier is even leeg, het beeld statisch, de brug verstild.
Even later ontwaakt hij uit zijn droom. Een vrachtschip met Belgische vlag vaart langs. Bovenop een man met een wollen muts spuit met krachtige waterstralen het dek schoon. Daarna verdwijnt het schip gestaag onder de Erasmusbrug.

vrijdag 12 oktober 2007

Throw it Away


voor Deniece

I think about the life I lead, a figure made of clay.
I think about the things I've lost, the things I gave away.
And when I'm in a certain mood I search the halls and look.
One night I found these magic words in a magic book:

Throw it away, throw it away, give your love,
live your life each en every day.
And keep your hand wide open, and let the sun shine
through, 'cause you can never lose a things if it belongs to you.

There's a hand to rock the cradle,
there 's a hand to help you stand.
There's a gentle kind of motion as it moves across the land.
An the hand's unclenched and open,
gives off life and love it brings
so keep your hand wide open if you're needing anything.

Throw it away, throw it away, give your love,
live your life each and every day.
And keep your hand wide open, and let the sun shine
through, 'cause you can never lose a thing if it belongs to you.
Jazzlied / Cassandra Wilson en Abbey Lincoln

donderdag 11 oktober 2007

Toen was het nog een droom


Toen was de kust nog een droom.
Negentien jaar maar. Met een kleine reistas
vertrok ik met de bus vanuit de miljoenenstad
daar heen waar ik dacht dat de vrijheid was.

Nachten vol St.Trop, vodka-lemon, zweet
en bruine lichamen
Funky dansen, Engelse woorden, mooie mannen
en toen het licht werd, het Cinderella-gevoel.

's Ochtends vroeg wachtte, ongeduldig
een kledingzaak in een smalle straat
en tussen de middag op het strand, dromen
op een zacht bed van zand.

Eén jaar later ging ik terug. Weer met de bus.
Dezelfde armoedig pension. De winkel om negen
uur open. En 's nachts, terug naar de disco
die toen ook nog bestond.

Het was anders. Afgeleefd. Doodgewoon.
Cockney-Engels ordinair. De wodka-lemon bitter.
De bus stoffig. De mensen dwaas.
Daar waar ik dacht dat de vrijheid was.

dinsdag 9 oktober 2007

Rotterdam in de mist

Rotterdam voor dag en dauw. De bruggen zijn verlaten.
De geldpaleizen gloren in het Noord-Atlantisch licht.
Winst en verlies staan in de onbehouwen ziel gegrift
van deze warse stad -alleen met wind en water.

("Ochtenstad", dichtbundel "Vermiste stad" van Hans Sleutelaar)

zondag 7 oktober 2007

Chocola, een plezier voor de zintuigen


Chocola wordt altijd geassocieerd met de woorden: magisch, lekkernij, zwoel, verleiding, lustopwekkend, zintuigstrelend, geestverrijkend. Je hebt zelfs een gezegde daarover: "Ik kan hier geen chocola van maken". De geur van chocola is moeilijk te weerstaan.

Toen ik kort geleden foto's van "Chocola d'Amour" in mijn fotoblog ging ophangen, kreeg ik ineens een sterke behoefte om iets over chocola te schrijven. In 2000 had ik de film "Chocola", met Juliette Binoche en Johnny Depp al gezien. Een verfilming uit het boek van Joanne Harris, van de regisseur Lasse Hallström. Veel mensen vinden de film: "zoet", "eenzijdig"of "saai". Ik vind het prachtig, vooral de magische sfeer, de warme kleuren en de passievolle muziek. Er is een melodie met pittige zigeunermuziek waar ik erg van hou.
Elke keer als ik het hoor, een intens gevoel komt in me op. Onrust. Je kan je er niet tegen verzetten. Je moet vertrekken, met de stormachtige wind mee, naar onbekende oorden en een nieuw leven beginnen.

De personages van de film bezitten ook een grote aantrekkingskracht. Ze zijn "anti-helden", randfiguren, die hun gevoel volgen en niet met de massa's meedoen. Bijzonder is ook de rol van de burgemeester, magistraal gespeeld door Alfred Molina. De hele voorstelling kan je al vermoeden dat zijn ondergrondse verlangens een keer naar de opervlakte als een soort vulkaanuitbarsting zullen komen.
Een klein dorpje in Frankrijk, oude, sfeervolle straten, nostalgische beelden. Je kan je je een avond voor de buis prima vermaken en ouderwets mee te laten slepen door de romantiek van het verhaal. Maar eerst een pond geurige bonbons aanschaffen, cacao, pepernootjes en kruidnagel om een pittige chocoladedrank te bereiden. En als zij met z'n allen aan de lange tuintafel van de chocoladegerechten zitten te genieten, kan je rode wijn in een mooi, groot glas inschenken. Even eraan ruiken. Rustig opdrinken, elke slokje proeven, je zintuigen strelen. Genieten...
(afbeelding: film "Chocolat")

vrijdag 5 oktober 2007

Zilverglans


De regen poetst de keien van de straat. Zilverglans.
Zwart domineert, de avond zet de maan op de kaart
Tram nummer vijf komt aangerend, tekent een bocht
en verdwijnt gehaast in de mond van de oude stad.

Een oud zwerver wordt bij de ingang van een hoge flat
weggejaagd, door een man in een streepjespak.
De stoere bomen, uitgeput, hangen in hun slaap. Ze dromen
van een groen domein, waar zij heer en meester zijn.
Bij de winkels, de rolluiken omlaag. Wit licht schijnt fel, in
de etalage in het centrum van de stad. De paspop bloot,
brutaal uitgekleed. Zij trilt van de kou en kijkt verbaasd.
De winkels leeggeroofd. De verlangende blikken weg.
Uitverkoop.

Hij staat om de hoek, drijfnat. Zijn ogen gericht op de verte
Ijzige druppels glijden van zijn gelaat. Hij wacht.
Tien uur 's nachts. De tijd protesteert, de wijzers
van het horloge zijn te laat.

Half elf. Stilettohakken priemen op de stoep. Schaduwen
van lange benen reflecteren in een plas. Haar blik, angstig als
een dier waarop wordt gejaagd.

De regen streelt de keien van de straat.
Een kus. Er zweeft passie in de lucht.

Gehaast duiken ze de duisternis in.

woensdag 3 oktober 2007

Spleen


Spleen
Oktober is het Irkoetsk van het jaar.
De regen, droever dan een roebel, praat
hoogmoedig op je in. Het heeft geen zin

om tussen kamerwanden te verwijven,
geen zin om driftig naar de kust te rijden.
Het regent twijfels en gedachtestrepen.

Een uur. Een dag. Een week. En op het eind
zit je niet eens meer aan het eind te denken.
Konden we maar de oerknal achterna,

bewusteloos een barre steenklomp in,
warmbloedig, vreugdevuur van winkelstraten,
kassa's, disco's, kathedralen, alles samen,

ver voor het Irkoetsk van mijn kamer.

(gedicht "Spleen", van Menno Wigman uit "Dit is mijn dag")

Irkoetsk is een stad in Siberië en maakt deel uit van de Russische Federatie. Opgericht in 1652 door Ivan Pakjobov als een fort om Siberië te koloniseren. Lange tijd werden Russische keizers en communisten als politieke gevangenen verbannen naar Irkoetsk.
In de late 19e eeuw werd er goud ontdekt in het nabij gelegen Lena Bassin. Veel gelukzoekers trokken naar de regio. Sommige vonden hier hun geluk en bouwden prachtige klassieke huizen en openbare gebouwen, die nu nog bestaan. De stad ligt ongeveer 30 km ten westen van het Baikalmeer. Irkoetsk ademt nog steeds de geest van de 19e eeuw.
Op 16 augustus 1898 werd de stad aangesloten op de Transsiberische Spoorweg. Toendertijd was de stad levensgevaarlijk en ruw. Weinig politie, modderige wegen en veel criminelen. Het aantal moorden in Irkoetsk lag op meer dan 400 per jaar op een bevolking van 50000.

foto Irkoetsk en info: www.transib.nl








maandag 1 oktober 2007

De Spiegel


Met een zware hoofdpijn stond Eva die dag op. De hele nacht had liggen woelen tussen de lakens en heel weinig geslapen. Nachtmerries die zij zich niet meer kon herinneren stoorden haar nachtrust. Ze begon te zweten. Op een bepaald moment werd ze ineens wakker. Er was eigenlijk geen bijzondere reden voor. Het was een hoofdpijn bij haar slapen, alsof kleine kabouters in haar hoofd hadden ingebroken en constant, met ongekende kracht, met hun laarzen tegen haar hoofd schopten.

- Een warme douche zal me goed doen-, dacht Eva, terwijl ze langzaam opstond. Op blote voeten slofte zij naar de badkamer. Haar teennagels waren gelakt in een zachte champagnekleur. De zijden Japanse badjapon, met grote bloemen in felle kleuren, viel elke keer open bij het lopen en liet een glimp van haar gebruinde benen zien. Zij liep de badkamer binnen en keek in de spiegel. Opgezette ogen waren de getuigen van een onrustige nacht. Het donker haar hing warrig langs het gezicht, de huid bleker dan ooit.

- Meestal zie ik er beter uit, misschien heb ik gisteravond te veel gedronken-, bedacht zij onderzoekend voor de spiegel.
De buren hadden gaven een feestje, het huis zat vol mensen die de hele avond het huis in en uitgingen.
- Op zo'n dag kan ik beter niet drinken-, dacht ze en besloot de volgende keer het anders aan te pakken.

In gedachten verzonken deed ze de hete kraan van de douche open en liet het warme water langs haar lichaam stromen. En dan, heel snel, de koude kraan. Eventjes rilde zij ervan. De badkamer stond vol stoom, de spiegel was beslagen. Je kon niks meer zien. Langzaam droogde zich Eva af. Zij maakte een hoekje van de spiegel schoon en keek onderzoekend naar het spiegelbeeld van haar gezicht. Een gewoon gezicht, niks bijzonders, stelde zij vast in gedachten. Zij deed de ogen dicht en fantaseerde dat ze naar de andere kant verdween, naar een magische wereld.

-Eén...twee...drie!- Het gebeurde niks...Zij was er nog. Er was geen magie te bekennen.

Met de vingers tekende zij een gezicht op de spiegel. Het was een grote spiegel, één meter lang, tachtig centimeter breed. Een bol gezicht, ronde ogen, grote oren. Een lachende mond.
Bovenop stekelhaar, vier rechtstaande streepjes, net een kindertekening. Zij begon gekke bekken te trekken. De hoeken van de mond vasthouden en naar de zijkant rekken. Verbaasd kijken, de wenkbrauwen omhoog. Een mysterieuze blik of sexy lippen en een pruilmondje zoals Marilyn Monroe. Heel even keek Eva aandachtig naar haar lichaam.

-Hmmm, ik moet een beetje afvallen-, constateerde ze. Het mooie weer komt eraan, anders moet ik drastische maatregelen nemen. Zij wikkelde een badlaken om haar lichaam en liep naar de slaapkamer.
-Wat zal ik vandaag aandoen?-, dacht ze terwijl ze de deur van de kledingkast opendeed.

Het was haar vrije dag. Eva koos een versleten spijkerbroek, een lichtblauw t-shirt met twee rijen kleine Swarovski kristallen en zilverkleurige sneakers. Deed een kraaltjesarmband om haar pols. Daarna maakte zij het haar vast in een staart met een blauw elastiekje. Ze deed een beetje kinder eau-de-cologne op haar hals en kleding.

Ze liep de trap af, haaste zich naar de keuken en zette "Classic Rock"op de radio aan. De muziek van de Rolling Stones schreeuwde de kamer in. Ze pakte een beschuitje, besmeerde ze 't voorzichtig met jam zodat het niet brak en schonk vers geperst sinaasappelsap in. Ze deed het filter in het koffiezetapparaat en drukte op het knopje.

-Het ruikt heerlijk!-, dacht ze, de gezellige en aromatische geur van verse koffie opsnuivend. Langzaam dronk ze van het glas sinaasappelsap. Daarna ging ze aan tafel zitten en pakte de krant.
-Iedere dag dezelfde-, dacht ze. Politieke discussies, aangehouden terroristen, zinloos geweld, en een koninklijke bruiloft. De wereld verandert niet, we wennen zelfs aan al die allende.
- Vandaag ga ik thuis niks doen-, besloot ze ineens. Eerst ga ik fietsen en dan zie ik het wel weer.
Eva deed de terrrasdeuren open en liep naar de tuin. Het was prachtig lenteweer. De zon scheen, de hemel had een vrolijke blauwe Middellandsezeekleur en er was geen wolkje te bekennen. Ze opende de deur van de schutting een stapte op de fiets. Na een paar rustige straten reed ze in de richting van de rivier. Zij fietste snel, steeds sneller, totdat ze begon te zweten. Dan verminderde ze het tempo en concentreerde zich op de omgeving. De bomen begonnen nieuwe blaadjes te krijgen. Een zachte wind deed het zilverkleurige water golven en de watervogels schommelden zachtes mee. Een driftig kwakende eend zwom voorbij met een lange rij drukke eendjes. Niet zo ver daar vandaan, wiegde een verliefde zwaan zich trots in het water met zijn partner. Iets verderop zag ze een oud huis, de voorkant bedekt met klimop. De voortuin vol met bloempotten met kleurige bloemen en een verlaten kinderschommel.
-Het lijkt het huis van Hans en Grietje-, dacht zij. Voor een moment, vloog ze in gedachten naar het verleden terug.
- Ik heb vroeger nooit een tuin gehad. Het lijkt of deze kinderen een ideaal leven hebben, maar je weet maar nooit-, redeneerde ze.

De weg werd smaller en veranderde in een fietspad. Na een bocht hoorde ze zware mannenstemmen en keek de andere kant op. Enkele vissers hadden hun hengels in het water gegooid. Op de grond lag een legergroene opgerolde tent of iets die erop leek.
-Het lijkt een lichaam, in een flits denkend aan het verhaal van Carver waar ze een meisjeslichaam bij de rivier vonden.
- Ik heb teveel fantasie! Het zijn waarschijnlijk hele saaie mannen, die nooit in hun leven, zelfs niet eens in gedachten, hebben gedurfd om iemand te vermoorden-.

Eva vergat snel het hele verhaal. Ze was bijna één uur weg en te ver van huis gefietst. Langs de weg zag niemand meer, ze hoorde slechts het gekrijs van de vogels. Enkele wattenwolken zweefden in de hemel. De zon verbleekte even.

-Het is beter om terug te gaan-, besloot ze ineens en keek een ogenblik naar de horizon. In de verte, de hemel kreeg een dreigende donkerblauwe tint, het begon te waaien. Ze nam een kortere route en fietste sneller. Onderweg stopte ze bij een klein barretje en kocht een ijsje met aardbeiensmaak. De zoete fruitgeur deed Eva terugdenken aan haar kindertijd. Genietend likte zij langzaam aan het ijsje.

In huis aangekomen ging ze naar de badkamer. Zij keek in de spiegel, de diepte in. Haar gezicht had een gezond kleurtje gekregen, er zat een blosje op haar wangen. Ze besloot om nog een poging te wagen. Eva deed de ogen dicht, concentreerde zich en...

-Eén... twee... drie!