vrijdag 5 oktober 2007

Zilverglans


De regen poetst de keien van de straat. Zilverglans.
Zwart domineert, de avond zet de maan op de kaart
Tram nummer vijf komt aangerend, tekent een bocht
en verdwijnt gehaast in de mond van de oude stad.

Een oud zwerver wordt bij de ingang van een hoge flat
weggejaagd, door een man in een streepjespak.
De stoere bomen, uitgeput, hangen in hun slaap. Ze dromen
van een groen domein, waar zij heer en meester zijn.
Bij de winkels, de rolluiken omlaag. Wit licht schijnt fel, in
de etalage in het centrum van de stad. De paspop bloot,
brutaal uitgekleed. Zij trilt van de kou en kijkt verbaasd.
De winkels leeggeroofd. De verlangende blikken weg.
Uitverkoop.

Hij staat om de hoek, drijfnat. Zijn ogen gericht op de verte
Ijzige druppels glijden van zijn gelaat. Hij wacht.
Tien uur 's nachts. De tijd protesteert, de wijzers
van het horloge zijn te laat.

Half elf. Stilettohakken priemen op de stoep. Schaduwen
van lange benen reflecteren in een plas. Haar blik, angstig als
een dier waarop wordt gejaagd.

De regen streelt de keien van de straat.
Een kus. Er zweeft passie in de lucht.

Gehaast duiken ze de duisternis in.

Geen opmerkingen: