dinsdag 16 oktober 2007

In je dromen zie je nooit de zon


"Iedereen weet dat je in dromen nooit de zon ziet, hoewel je dikwijls een veel feller schijnsel waarneemt. De voorwerpen en lichamen lichten uit zichzelf op. Ik zag mijzelf in een parkje waarin zich met wingerd begroeide en met zware, witte en blauwe druiventrossen beladen bladergewelven uitstrekten, terwijl de dame die me leidde onder die blader gewelven voortschreed, veranderde de schaduw van het gekruiste latwerk haar vormen en kleren nog voor mijn ogen. Ten slotte kwam ze eruit te voorschijn en bevonden wij ons in een open ruimte. Je zag er nog net de sporen van laantjes die de plek vroeger kruiselings hadden doorgesneden. De teelt was er al vele jaren verwaarloosd en de loten van clematis, hop, kamperfoelie, jasmijn, klimop en pijpbloem strekten hun lianenslierten uit tussen de krachtig gegroeide bomen. Met vruchten beladen takken bogen door tot op de grond en te midden van plukjes woekerkruid ontloken een paar verwilderde tuinbloemen.

Hier en daar verhieven zich bosjes populieren, acacia's en pijnbomen waartussen je door de tijd zwart geworden beelden zag schemeren. Recht voor mij ontwaarde ik een opeenhoping van met klimop begroeide rotsen waaruit een bron van stromend water opwelde, waarvan het harmonieuze geklater weerklonk boven een vijver met stilstaand water dat half bedekt was met de grote bladeren van de waterlelie".

De dame achter wie ik aan liep en die haar slanke gestalte verhief met een beweging die de plooien van haar japon van changeant tafzijde liet spiegelen, legde sierlijk haar blote arm om de lange steel van een stokroos en begon vervolgens in een heldere lichtstraal te groeien, zodat het park langzaam maar zeker haar vorm aannaam en de bloembedden en de bomen de rozetten en festoenen van haar kleren werden; terwijl haar gestalte en haar armen hun omtrekken op de purperen wolken van de hemel drukten. Ik verloor haar uit het oog terwijl zij steeds verder van gedaante veranderde, want zij scheen in haar eigen grootte te verdwijnen. 'O, ga niet heen!' riep ik uit...'Want de natuur sterft met jou'."

(uit "Aurélia of de droom en het leven", Gerard de Nerval)

Geen opmerkingen: